LABRADOR RETRIEVER
Bij het grote publiek is dit ras wellicht de best gekende retriever, althans van naam. Labrador is een streek in het Noordoosten van Canada. Nochtans komen de voorouders van vele retrievers wellicht uit Newfoundland, een eiland voor de kust van Canada. Zij kwamen met kabeljauwvissers mee in de Britse havenstand Poole. Daar zou Lord Malmesbury er verschillende gekocht hebben om er verder mee te fokken.
New Foundland en Labrador
In tegenstelling tot andere retriever variëteiten die ook teruggaan op de Newfoundlandhonden is de Labrador kortharig. Volgens sommigen zou dit wijzen op het inbrengen van pointerbloed. Anderen, zoals Viscount Knutsford, ontkennen dit dan weer. Doordat deze voorjager zijn Labradors ook begon uit te brengen op veldwedstrijden en later op shows, won het ras naar het einde toe van de 19e eeuw aan populariteit. Erkenning door de Britse Kennelclub volgde in 1903.
Stilaan werden zij concurrenten van de Flatcoats, die tot dan toe de veldwedstrijden hadden gedomineerd. In 1907 werd de reu Flapper de eerste Field Trial Champion van het ras. In de beginperiode werden retrievers veelal met ‘harde hand’ opgeleid tot de jacht. Captain Butter ontwikkelde een nieuwe methode gestoeld op het sterk belonen van goed werk en het zoveel mogelijk voorkomen van fouten. Hij introduceerde ook de fluit- en armsignalen. Met zijn zwarte reu Peter of Faskally bracht ook hij het tot Field Trial Champion. De zoon van Peter kwam terecht bij Mevrouw Quintin Dick (later Countess Howe) die met hem en zijn nakomelingen de toonaangevende Banchory-Kennel stichtte.
Na de tweede wereldoorlog verdrongen de Labradors de Flat's op de jachtvelden. Flatcoated Retrievers waren meestal in handen van jachtopzichters die tijdens de oorlog in dienst moesten waarna hun kleine kennel uitstierf. Labradors waren inmiddels veel meer eigendom van de adel zelf die het natuurlijk gemakkelijker hadden om hun honden door de oorlog te loodsen. Toch moet ook onderstreept worden dan hun evenwichtig karakter en hun natuurlijke jachtaanleg belangrijke troeven waren. Toen, en ook nu nog, is het opleiden van een Labrador iets gemakkelijker dan een Flatcoated.
De drie kleuren van LabradorsWaren de Lab's in de beginperiode allemaal zwart dan weten we dat er nu 3 kleurslagen zijn: zwart, geel (men zegt nooit ‘goud') en leverkleurig ( = chocolade). De eerste gele reu die beschreven is, werd in 1899 geboren uit een kruising van twee zwarte Labradors. De laatste jaren is de leverkleurige Labrador meer en meer in trek gekomen. Van allemaal kan echter gezegd worden dat zij schitterende honden zijn die mits de juiste opvoeding voorbeeldige huisgenoten worden. Wie daarnaast sportieve ambities heeft kan met zijn Lab zowel jacht als gehoorzaamheid doen en waarom niet flyball of agility. Vergeten we ook niet dat dit ras bij uitstek echte werkhonden zijn: wegens hun neus als drugshonden en reddingshonden, wegens hun karakter en apporteerkunde als blindengeleidehonden en honden voor rolstoelgebruikers.
Een zekere Mijnheer SH Lloyd zou in zijn leven 14.000 honden afgericht hebben of onder zijn leiding laten africhten hebben. Hij prees de Labrador als de gemakkelijkste van allemaal. Als dat geen referentie is!
Freddy Quackelbeen
Bij het grote publiek is dit ras wellicht de best gekende retriever, althans van naam. Labrador is een streek in het Noordoosten van Canada. Nochtans komen de voorouders van vele retrievers wellicht uit Newfoundland, een eiland voor de kust van Canada. Zij kwamen met kabeljauwvissers mee in de Britse havenstand Poole. Daar zou Lord Malmesbury er verschillende gekocht hebben om er verder mee te fokken.
New Foundland en Labrador
In tegenstelling tot andere retriever variëteiten die ook teruggaan op de Newfoundlandhonden is de Labrador kortharig. Volgens sommigen zou dit wijzen op het inbrengen van pointerbloed. Anderen, zoals Viscount Knutsford, ontkennen dit dan weer. Doordat deze voorjager zijn Labradors ook begon uit te brengen op veldwedstrijden en later op shows, won het ras naar het einde toe van de 19e eeuw aan populariteit. Erkenning door de Britse Kennelclub volgde in 1903.
Stilaan werden zij concurrenten van de Flatcoats, die tot dan toe de veldwedstrijden hadden gedomineerd. In 1907 werd de reu Flapper de eerste Field Trial Champion van het ras. In de beginperiode werden retrievers veelal met ‘harde hand’ opgeleid tot de jacht. Captain Butter ontwikkelde een nieuwe methode gestoeld op het sterk belonen van goed werk en het zoveel mogelijk voorkomen van fouten. Hij introduceerde ook de fluit- en armsignalen. Met zijn zwarte reu Peter of Faskally bracht ook hij het tot Field Trial Champion. De zoon van Peter kwam terecht bij Mevrouw Quintin Dick (later Countess Howe) die met hem en zijn nakomelingen de toonaangevende Banchory-Kennel stichtte.
Na de tweede wereldoorlog verdrongen de Labradors de Flat's op de jachtvelden. Flatcoated Retrievers waren meestal in handen van jachtopzichters die tijdens de oorlog in dienst moesten waarna hun kleine kennel uitstierf. Labradors waren inmiddels veel meer eigendom van de adel zelf die het natuurlijk gemakkelijker hadden om hun honden door de oorlog te loodsen. Toch moet ook onderstreept worden dan hun evenwichtig karakter en hun natuurlijke jachtaanleg belangrijke troeven waren. Toen, en ook nu nog, is het opleiden van een Labrador iets gemakkelijker dan een Flatcoated.
De drie kleuren van LabradorsWaren de Lab's in de beginperiode allemaal zwart dan weten we dat er nu 3 kleurslagen zijn: zwart, geel (men zegt nooit ‘goud') en leverkleurig ( = chocolade). De eerste gele reu die beschreven is, werd in 1899 geboren uit een kruising van twee zwarte Labradors. De laatste jaren is de leverkleurige Labrador meer en meer in trek gekomen. Van allemaal kan echter gezegd worden dat zij schitterende honden zijn die mits de juiste opvoeding voorbeeldige huisgenoten worden. Wie daarnaast sportieve ambities heeft kan met zijn Lab zowel jacht als gehoorzaamheid doen en waarom niet flyball of agility. Vergeten we ook niet dat dit ras bij uitstek echte werkhonden zijn: wegens hun neus als drugshonden en reddingshonden, wegens hun karakter en apporteerkunde als blindengeleidehonden en honden voor rolstoelgebruikers.
Een zekere Mijnheer SH Lloyd zou in zijn leven 14.000 honden afgericht hebben of onder zijn leiding laten africhten hebben. Hij prees de Labrador als de gemakkelijkste van allemaal. Als dat geen referentie is!
Freddy Quackelbeen