NOVA SCOTIA DUCK TOLLING RETRIEVER
De benaming Toller is niet correct maar ligt wel gemakkelijker in de mond dan hun volle naam: "Nova Scotia Duck Tolling Retriever ". Het Nova Scotia verwijst naar een schiereiland op de oostkust van Canada waar de honden oorspronkelijk vandaan komen. Het "Duck Tolling" verwijst dan weer naar hun oorspronkelijk gebruik. De voorouders zouden teruggaan op hondjes van de indianen, waar later door de blanken andere rassen werden ingefokt: Cockers , Setters en Collies.
De gehanteerde jachtmethode is vrij uniek te noemen. Eenden en ganzen die buiten het bereik van de jager op het water verblijven, worden nieuwsgierig als een hondje langs de kustlijn op en neer rent en speelt. Hij wordt hiertoe gestimuleerd door de verdekt opgestelde jager die met stokjes of balletjes smijt. Soms verdwijnt de hond in de dekking om even later terug te verschijnen.
Nova Scotia: schierleiland aan Canada's oostkust
Het waterwild wil dit vrolijk gedoe wel van dichterbij bekijken en komt binnen schotsafstand, waarna de jager aanlegt. Het wild wordt geschoten en door de hond gemarkeerd en binnengebracht. Tolling staat in het Engels voor geklep, gelui. Het is precies of het bruine hondje met zijn witte vlekken op voetjes, borst, keel, bef en soms op het topje van zijn staart, door zijn speels gedrag de eenden naar zich toelokt zoals de kerkklokken de gelovigen op zondag. Vandaar de naam "Duck Tolling" Retriever.
Merkwaardig genoeg vertoont hun gedrag veel gelijkenis met de Nederlandse Kooikerhondjes die gebruikt werden (worden) om eenden door hun vrolijk gedrag mee te lokken in de eendenval ( ‘Kooi'). Vandaar dat sommigen de herkomst van de Toller terugleiden tot het Kooikerhondje uit onze regionen. In sommige stambomen zal men dan ook het woord "Decoy" tegenkomen.
De Toller is kleiner dan de andere retrievers. Hij is nochtans sterk gebouwd en goed geproportioneerd. Hij is snel, kwiek, alert , vriendelijk en zeker van zijn bewegingen. Naast de jacht kunnen Tollers ook schitteren in Agility-wedstrijden omdat zij zo snel en wendbaar zijn.
Hun vacht lijkt uit een mengeling van rood en oranje te bestaan en wat opvalt is het lichte roze pigment van lippen, oogranden en neus, ofschoon zwart ook kan. Zij hebben een dikke waterafstotende vacht met een dikke, warme ondervacht. Zij zijn intelligent, leren snel en hebben de typische retrieverkenmerken die wij "will to please" noemen. Ze spelen graag en kunnen gerust met andere huisdieren gehouden worden.
Freddy Quackelbeen
De benaming Toller is niet correct maar ligt wel gemakkelijker in de mond dan hun volle naam: "Nova Scotia Duck Tolling Retriever ". Het Nova Scotia verwijst naar een schiereiland op de oostkust van Canada waar de honden oorspronkelijk vandaan komen. Het "Duck Tolling" verwijst dan weer naar hun oorspronkelijk gebruik. De voorouders zouden teruggaan op hondjes van de indianen, waar later door de blanken andere rassen werden ingefokt: Cockers , Setters en Collies.
De gehanteerde jachtmethode is vrij uniek te noemen. Eenden en ganzen die buiten het bereik van de jager op het water verblijven, worden nieuwsgierig als een hondje langs de kustlijn op en neer rent en speelt. Hij wordt hiertoe gestimuleerd door de verdekt opgestelde jager die met stokjes of balletjes smijt. Soms verdwijnt de hond in de dekking om even later terug te verschijnen.
Nova Scotia: schierleiland aan Canada's oostkust
Het waterwild wil dit vrolijk gedoe wel van dichterbij bekijken en komt binnen schotsafstand, waarna de jager aanlegt. Het wild wordt geschoten en door de hond gemarkeerd en binnengebracht. Tolling staat in het Engels voor geklep, gelui. Het is precies of het bruine hondje met zijn witte vlekken op voetjes, borst, keel, bef en soms op het topje van zijn staart, door zijn speels gedrag de eenden naar zich toelokt zoals de kerkklokken de gelovigen op zondag. Vandaar de naam "Duck Tolling" Retriever.
Merkwaardig genoeg vertoont hun gedrag veel gelijkenis met de Nederlandse Kooikerhondjes die gebruikt werden (worden) om eenden door hun vrolijk gedrag mee te lokken in de eendenval ( ‘Kooi'). Vandaar dat sommigen de herkomst van de Toller terugleiden tot het Kooikerhondje uit onze regionen. In sommige stambomen zal men dan ook het woord "Decoy" tegenkomen.
De Toller is kleiner dan de andere retrievers. Hij is nochtans sterk gebouwd en goed geproportioneerd. Hij is snel, kwiek, alert , vriendelijk en zeker van zijn bewegingen. Naast de jacht kunnen Tollers ook schitteren in Agility-wedstrijden omdat zij zo snel en wendbaar zijn.
Hun vacht lijkt uit een mengeling van rood en oranje te bestaan en wat opvalt is het lichte roze pigment van lippen, oogranden en neus, ofschoon zwart ook kan. Zij hebben een dikke waterafstotende vacht met een dikke, warme ondervacht. Zij zijn intelligent, leren snel en hebben de typische retrieverkenmerken die wij "will to please" noemen. Ze spelen graag en kunnen gerust met andere huisdieren gehouden worden.
Freddy Quackelbeen